Rondleiding door Amsterdam

Helaas heeft de originele post wat te lijden gehad van het verplaatsen van het fotoboek. Een vernieuwd verslag is hier te vinden; Rondleiding Amsterdam, 2007, maar als je van originaliteit houdt moet je hieronder zijn.


Danny en ik gaven een gezellig Belgisch zussenpaar een rondleiding, dacht zal hem hier ook even neerzetten 🙂

Rondleiding door Amsterdam

Zo hebben we gister een leuke wandeling door Amsterdam gemaakt, maar ik kan me voorstellen dat het allemaal wat overweldigend was, dus hierbij stuur ik jullie het nog even in de vorm van tekst.

Amsterdam

Amsterdam is de grootste stad en (titulaire) hoofdstad van Nederland. Amsterdam is echter geen residentie, aangezien de Staten Generaal en de regering in de Den Haag gevestigd zijn. Men spreekt in het Amsterdams ook wel van Mokum (afgeleid van het Hebreeuwse woord voor ‘stad’, “makom”). Het is één van de steden in de Randstad. Op 1 januari 2006 telde de stad Amsterdam 743.027 inwoners met de randgemeentes erbij telt Amsterdam echter zo’n 1,4 miljoen mensen.

In de 13e eeuw werd de dam aangelegd waar Amsterdam zijn naam aan ontleent. Het stukje rivier buitengaats, het Damrak, was het begin van de Amsterdamse haven. Begin 20e eeuw zijn er restanten van die dam aangetroffen op de plek tussen het Nationaal Monument en het gebouw van De Bijenkorf er tegenover.

De oudste vermelding van Amsterdam is in een document van 27 oktober 1275, waarin graaf Floris V de bewoners tolvrijheid verleent. Over de precieze datum waarop Amsterdam stadsrechten verkreeg is onzekerheid, maar een van de mogelijkheden is dat de Utrechtse bisschop Guy van Avesnes de plaats in 1306 stadsrechten heeft verleend. Eigenlijk kan niets meer gezegd worden dan dat het tijdstip kort na 1300 ligt.

Spoedig daarna komt de tol op bier. De contacten rond de bierhandel met Hamburg waren de springplank voor de handel met het Oostzeegebied, het begin van Amsterdam als handelsstad en in de 15e eeuw was Amsterdam gegroeid tot de belangrijkste handelsstad van Holland. Doordat Amsterdam in moerasgebied lag, werden bij uitbreiding van de stad steeds grachten gegraven om voor voldoende afwatering te zorgen, en werden de huizen op een fundering van houten palen gebouwd.

Het stadsbestuur liep niet voorop bij de opstand tegen Spanje maar sloot zich uiteindelijk in 1578 aan (Alteratie), vooral vanwege handelsbelangen. Na de inname van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 kwamen veel Antwerpenaren, met hun handelsnetwerk, naar Amsterdam. Hun komst en die van Portugese joden speelde een grote rol in wat de Gouden Eeuw van Amsterdam en Holland werd.

De bevolking van Amsterdam nam in die periode snel toe.Omstreeks 1570 telde Amsterdam minder dan 30.000 inwoners, maar in 1622 was dit getal gegroeid tot ruim 100.000. Tegen het einde van de 17e eeuw zou de bevolking zelfs de 200.000 overschrijden. Alleen Londen, Napels en Parijs hadden in die tijd een vergelijkbaar aantal inwoners. Deze bevolkingsgroei maakte een systematische uitleg van de stad noodzakelijk, waaraan de fraaie, concentrische grachtengordel met zijn fraaie koopmanshuizen en pakhuizen te danken is.

Daarna vertoonde de groei van de stad een zekere stagnatie.Omstreeks 1683 kwam een einde aan de bouwactiviteit. Aan de oostkant van de Amstel was zoveel grond beschikbaar dat de kavels werden uitgegeven aan liefdadigheidsstichtingen en de Plantage bestemd werd als wandelpark. Vanaf halverwege de 18e eeuw daalde het inwoneraantal weer om circa 1815 een dieptepunt te bereiken met circa 140.000 inwoners.

In de 19e eeuw was er een langzaam herstel na de periode vanneergang daarvoor. In 1825 kwam met het nieuw-gegraven Noord-Hollandsch Kanaal de nieuwe verbinding met Den Helder tot stand. De eerste trein vertrok in 1839 vanuit Amsterdam naar Haarlem. Pas omstreeks 1850 begon Amsterdam zich uit te breiden buiten de 17e eeuwse Singelgracht. Sinds 1876 is het Noordzeekanaal de rechtstreekse verbinding tussen de Amsterdamse haven en de sluizen bij IJmuiden die toegang geven tot de Noordzee. Toen brak de industriële revolutie door en begon een nieuwe periode van expansie. Vernieuwing van de handel, nieuwe industrie en een bevolkingsexplosie die opgevangen werd in de 19e-eeuwse-gordel. De bevolking verdubbelde van circa 250.000 omstreeks 1850 tot 510.000 in 1900.

Veel mensen komen naar Amsterdam om te winkelen, vooral in Amsterdam-Centrum met de bekende Kalverstraat, Nieuwendijk, Leidsestraat, Magna Plaza en de Negen Straatjes. Verder zijn er verspreid over de stad diverse winkelcentra.

Het ‘dagje Kalverstraat’ is een populair uitje voor mensen van buiten Amsterdam. Vooral op de wekelijkse koopzondag in de binnenstad is de toestroom erg groot. Wekelijks passeren meer dan 750.000 mensen de Kalverstraat. Hierdoor is het de drukste straat van Nederland. De straat wordt gekenmerkt door de populaire winkelketens. De hoge huurprijzen zorgen ervoor dat de stad in 2004 op de 13e plaats van duurste winkelstraten ter wereld staat. (Bron: Cushman & Wakefield, Healey & Baker). Dit komt tevens tot uiting in het spel Monopoly waarin voor de Kalverstraat het meest betaald dient te worden.

In Oud-Zuid bevindt zich de P.C. Hooftstraat, bekend als een van de duurste winkelstraten van Nederland om te winkelen. Er zijn tientallen wereldmerken te vinden in de dure boutiques als Louis Vuitton, Cartier, Chanel en Gucci. De laatste jaren zijn er een aantal grote namen bijgekomen. Er bestaat nog steeds interesse vanuit andere buitenlandse luxemerken om naar Amsterdam te komen, maar velen van hen willen per sé in deze betrekkelijk korte straat waardoor een ‘wachtlijst’ is ontstaan, en Amsterdam het nog even zonder moet stellen. Wel valt waar te nemen dat de ontwikkeling van de omgeving van de P.C. Hooftstraat in de lift zit.

Het Magna Plaza

We stapten uit tram 13 bij het Magna Plaza. Tegenwoordig een winkelcentrum waar wat luxer winkels zitten en waar je terecht kan van 7 tot 7 en 7 dagen in de week. Vroeger was dit het Amsterdams hoofdpostkantoor en is gebouwd in de periode tussen 1895-1899 naar ontwerp van rijksbouwmeester C.H. Peters.

Inwendig bevond zich een centrale hal met op de twee verdiepingen door arcades omgeven galerijen en daarboven een lichtkap. De openbare functie van het gebouw was beperkt tot de begane grond, de rest van het gebouw was alleen toegankelijk voor personeel van de PTT. Nadat de PTT in 1987 had aangekondigd de locatie te zullen verlaten werd het een jaar later voor Æ’ 7,5 miljoen verkocht aan een Zweedse projectontwikkelaar, met als doel in het gebouw een rijk uitgerust winkelcentrum te realiseren. Behoud en optimaal gebruik van het monumentale gebouw stonden daarbij voorop. In 1991 werd er met het project begonnen. Van binnen werd alles opnieuw ingericht, de fundering vervangen en holle kolommen/zuilen vervangen.

Nieuwezijdse voorburgwal

Het magna plaza is gelegen aan de Nieuwezijdse voorburgwal, wat van oorsprong een gegraven burgwal is in het centrum van Amsterdam. Voor 1385 deelde de Amstel de stad Amsterdam in twee vrijwel gelijke delen, de oude zijde met de Oude Kerk en de nieuwe zijde met de Nieuwe Kerk.

Elke zijde werd begrensd door een burgwal. Toen achter deze wallen omstreeks 1385 nieuwe wallen werden gegraven, werd de bestaande wal de Voorburgwal en de nieuw gegraven wal de Achterburgwal, en dit zowel aan de oude als de nieuwe zijde. Zo ontstonden de Nieuwezijds Voorburgwal, Nieuwezijds Achterburgwal, Oudezijds Voorburgwal en de Oudezijds Achterburgwal.

De Nieuwezijds voorburgwal is in 1884 gedempt en werd toen een grote straat.

Nieuwezijds Kolk (De kolk)

Na een korte wandeling over de Nieuwezijdse voorburgwal zijn we de Nieuwezijds kolk opgewandeld. Dit is een pleintje in het centrum van Amsterdam.

Midden op het plein staat het Korenmetershuisje, gebouwd in 1620 voor het gilde van korenmeters. Het is een van de weinige Amsterdamse gildenhuizen die bewaard zijn gebleven.

De Nieuwezijds Kolk is waarschijnlijk het oudste stukje bewoond gebied van de stad. Hier mondde de Boerenwetering (in 1884 gedempt en nu Nieuwezijds Voorburgwal) uit in de Amstel.

Op de hoek van de Nieuwezijds Kolk en Boerenwetering werd in 1300 de eerste windmolen van Amsterdam gebouwd. De Kolk werd eind 15e eeuw gedempt en hierna gebruikt als veemarkt. Vanaf 1542 werd het gebruikt als laad- en losplaats voor bierschepen, en kwamen er veel pakhuizen en handelshuizen.

Café In de Wildeman

We liepen nog even langs een café vlakbij de Kolk. Dit bier café is gevestigd in een voormalige Amsterdamse distilleerderij. Ze serveren 17 bieren van de tap en hebben tevens een assortiment van 200 soorten bier op fles. De collectie bestaat voor het grootste deel uit Belgische en Nederlandse bieren zoals Trappisten maar ook Groot-Brittannië en Duitsland zijn vertegenwoordigd.

Kalverstraat

Toen we het café voorbij liepen staken we een hele drukke winkelstraat over wat voor dagjespubliek erg populair is. Dit is dan ook de drukste winkelstraat in de stad Amsterdam. De straat dankt zijn naam aan de kalvermarkt die hier tot in de zeventiende eeuw werd gehouden. De Kalverstraat begint bij de Dam en eindigt bij de Munttoren (voorheen Regulierspoort). De naam kwam al in 1393 voor. Eerst enkel tussen de plek waar nu het Centraal Station staat en de Dam en later werd dit doorgetrokken tot de Munt.

Vlakbij de Kalverstraat is ook het mirakel van Amsterdam gebeurd dat plaats vond op 13 maart in 1345.

Deze ging als volgt;

Een stervende man in de Kalverstraat braakte de heilige hostie uit samen met voedsel dat door hem ervoor genuttigd was, nadat hem het viaticum (ziekencommunie) was gegeven. Het braaksel, inclusief de heilige hostie, werd in het haardvuur gegooid uit eerbied, maar de volgende ochtend bleek dat de hostie ongeschonden uit het vuur tevoorschijn kwam. Een werkvrouw bracht de hostie naar de pastoor, maar de volgende dag was de heilige hostie weer terug in de Kalverstraat. Dit herhaalde zich twee keer. Het wonder met het sacrament werd officieel erkend door de Rooms-katholieke Kerk en als wonderlijk bewijs gezien van het geloofspunt van de waarachtige tegenwoordigheid van Jezus Christus onder de schijngedaante van brood. Op de plaats waar de woning had gestaan werd een grote kerk (Heilige Stede) gebouwd, die echter in de beeldenstorm en in 1909 werd verwoest door de protestanten.

Damrak

Toen we de kalverstraat overstaken en een zijstraatje uitliepen kwamen we uit op het Damrak. Hier hebben we een poging gedaan een Vlaamse friet te eten, maar aan jullie gezichten te zien viel het echter tegen. Deze straat de Damrak en is oorspronkelijk de monding van de rivier de Amstel in Amsterdam tussen de Dam en het IJ. Een rak was een recht stuk vaart. De Amstel stroomde via een sluis in de Dam en het buitenrak (Damrak) naar het IJ. In de 19e eeuw werd een gedeelte van het water gedempt en hier ligt nu de straat met die naam.

Het Damrak was de haven van Amsterdam, die later werd uitgebreid met een rij palissaden in het IJ (waar nu het Centraal Station is) waar de grotere schepen konden aanleggen. De straat, die aan slechts één zijde van het Damrak loopt, noemde men tot in de tweede helft van de 19e eeuw “Op ’t Water”. De huizen aan de Warmoesstraat tussen Nieuwebrugsteeg en de Oudebrugsteeg en met hun gevel aan het Damrak worden nog steeds de huizen aan ’t water genoemd. In deze gevelrij is ook de enig overgebleven “waterstoep” (de Guldenhandsteeg) te zien, een steeg die van de Warmoesstraat naar het water loopt en waar vroeger schepen werden gelost.

De zeedijk

De Zeedijk behoort tot het oudste deel van Amsterdam en loopt vanaf het Damrak naar de Nieuwmarkt. De Zeedijk beschermde Amsterdam tegen het water van het IJ, tot 1872 nog in open verbinding met de Zuiderzee.

De Zeedijk en omgeving behoren tot de oudste buurten van Amsterdam. De scheepvaart was centraal in alle activiteit in die buurt. De resten daarvan zijn nog altijd te vinden in de oude cafés en de winkels voor scheepsbevoorrading. De bocht van de Zeedijk was tot de zeventiende eeuw nog een van de meest respectabele plekken om als koopman te wonen, maar later, voornamelijk na het beschikbaar komen van de luxe Herengracht, verplaatsten de rijken zich en werd het gebied een belangrijk uitgaansgebied voor passagierende zeelieden. Het niveau van de buurt ging er hiermee niet op vooruit.

Eenmaal per jaar, in augustus, vinden de Hartjesdagen op de Zeedijk plaats. Dit kleurrijke schouwspel heeft als hoogtepunt een heuse optocht van bont verklede deelnemers, die door de straat trekken.

Amsterdam China town

Ook Amsterdam kent zijn China Town, aan het einde van de zeedijk op de rand van de wallen.

De tempel maakt deel uit van het Amsterdamse Chinatown. Chinatown valt binnen de driehoek Stormsteeg, Gelderse Kade en de Zeedijk. De beroemde wijk staat bekend om het Nieuwmarktplein, de Waag en de vele Chinese eethuisjes en aparte winkels. Ergens tussen 21 januari en 20 februari staat Chinatown helemaal op zijn kop. Dan wordt het Chinese Nieuwjaar met uitbundige knallen en de traditionele leeuwendans gevierd.

Dit is niet de enige wijk waar veel Chinezen, Maleisische, Thaise en Indonesische restaurants zitten, maar wel druk bezocht, vooral na het vestigen van de Fo Kuang Shan tempel.

De Waag

Na onze wandeling over de Zeedijk en een korte blik op de tempel die weer gerestaureerd werd liepen we tegen de Waag op of zoals de Belgen het graag noemen een Bascule. Maar het is niet altijd een waag geweest.

Oorspronkelijk werd dit gebouw in 1488 gebouwd als een stadspoort met aan weerzijde de stadsmuur. De ommuring was gebouwd in de jaren 1481-1494, en bestond uit verdedigingstorens en stadspoorten, onderling verbonden door een stadsmuur. De stadsmuur was uit baksteen opgetrokken, op een natuurstenen voet na.

De Schreierstoren is de enige overgebleven verdedigingstoren. Van de stadspoorten zijn alleen de Sint Antoniespoort (de huidige Waag) en een deel van de Regulierspoort over (het onderste deel van de Munttoren).

In eind 16e eeuw werd de stadsmuur afgebroken en verloor de “waag” zijn functie als stadspoort en in de 17e eeuw werd de “Waag” verbouwd. Deze nieuwe waag moest de Waag op de Dam, die inmiddels te klein was geworden, ontlasten. In de bovenverdiepingen werden enige gilden gehuisvest, namelijk die der smeden, schilders, metselaars en chirurgijns. Iedere gilde had zijn eigen ingang: de poortjes rondom het gebouw. Boven de poortjes zijn de emblemen van de gilden nog te zien.

Nog wat leuke details;

  • De bouw van de Waag kostte 5305 guldens en vier stuivers.
  • In vredestijd werden de torens als gevangenis gebruikt.
  • In de eerste helft van de 19e eeuw werden vóór het gebouw dood- en lijfstraffen voltrokken
  • Er waren zelfs Rembrandts te zien in de Waag.

De Nieuwmarkt

We zijn er niet echt overheen gelopen, maar toch hebben we even over het randje van de Nieuwmarkt voor de Waag gelopen.

Het plein is in 1614 ontstaan toen de grachten de Waag overdekt werden met een weg. Het plein voor de waag werd een markt; onder andere werd er een veemarkt gehouden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Nieuwmarkt door de Duitse bezetter gebruikt als verzamelplaats voor de deportaties van joden die op dat moment in Amsterdam woonden.

De Wallen

Iedereen die regelmatig in Amsterdam rondloopt, zal door een toerist gevraagd zijn waar “The Red Light disctrict” is. Het is een karakteristieke buurt geworden wat ook breed beschreven staat in alle reisgidsen. Daarom konden Danny en ik het niet nalaten hier ook een wandeling doorheen te maken. Natuurlijk ook een beetje uit eigen belang want er is een hoop te zien, hoewel ik sterk twijfel of ik er ooit werkelijk zal winkelen.

De wallen, of de walletjes zijn een aantal straten in Amsterdam waar prostitutie wordt bedreven. Het is een wereldwijd beroemde buurt, in het Engels aangeduid met Red Light District, vanwege de rode lampjes die traditioneel voor de kamertjes van de prostituees branden.

De naam wallen refereert aan de burgwallen in het oude centrum van Amsterdam die worden omgeven door de grachtengordel. Dit zijn de Oudezijds Voorburgwal, de Oudezijds Achterburgwal, de Nieuwezijds Voorburgwal en de vroegere Nieuwezijds Achterburgwal (de huidige Spuistraat). De oude zijde ligt ten oosten van het Damrak, de nieuwe zijde ten westen. Deze burgwallen waren in het middeleeuwse Amsterdam oorspronkelijk een aarden wal, voorzien van een houten palissade ter afscherming. De “wallen” zoals hier bedoeld bevinden zich aan de Oudezijde.

Het is een gebied van circa 250 x 250 meter waar eigenlijk 24 uur lang en 7 dagen per week mensen en bedrijvigheid te vinden is.

De Condomerie “Het Gulden Vlies”

We liepen nog even de condomerie binnen op de Warmoesstraat. Een hoop leuke condooms waren daar te vinden….

Volgens hun website; ·Op 10 april 1987 werd het idee voor een condoomspeciaalzaak geboren. Dit gebeurde in een Amsterdams restaurant
tijdens een levendige discussie over de ziekte die vanaf begin jaren ’80 de gemoederen bezighield: AIDS, Acquired Immune Deficiency Syndrome

Algemene Seksuele Hygiëne en condoomgebruik werden voor iedereen van essentieel belang: veilig vrijen was het motto. Condooms waren onder andere verkrijgbaar bij apotheek, drogist, seksshops en via automaten. Veel keus en goede informatie waren er echter niet. Het werd tijd voor een condoomspeciaalzaak met een ruim assortiment, deskundige voorlichting en goede bediening. De opzet was de verkoop van condooms uit de taboesfeer te halen en op een ongedwongen manier gedegen informatie te verschaffen over de vele soorten, maten en merken.

De Dam

Nadat we de Warmoesstraat hadden verlaten kwamen we uit op de Dam met zijn vele geparkeerde fietsen en kroelende duiven.

De Dam ontleent zijn naam aan de eigenlijke functie die het plein in het begin had: het was namelijk een dam in de Amstel, die tussen 1204 en 1275 werd gebouwd. De meest waarschijnlijke datum ligt tussen 1265 en 1275. De Dam vormde de eerste verbinding tussen de nederzettingen op de Warmoesstraat en de Nieuwendijk aan weerszijden van de rivier. Er zat een sluis in de dam, waarmee schepen geschut konden worden en waarmee ook gespuid kon worden. Door af en toe het water met grote kracht richting IJ te laten stromen, werd de haven (het Damrak) uitgeschuurd.

De bovenkant van de dam werd geleidelijk breder, en de schutfunctie verdween. De dam werd groot genoeg voor een plein, dat de kern van de stad werd en waaromheen de stad zich verder ontwikkelde. Oorspronkelijk waren het twee pleinen. De eigenlijke dam heette Middeldam, het westelijke deel werd tot in de 16e eeuw Plaetse genoemd. Een gedeelte van de Dam aan de zijde van De Bijenkorf heeft de naam Vissersdam gedragen, omdat hier vis werd verhandeld. Het deel aan het Rokin heette Vijgendam. Beide namen zijn in 1957 vervallen. In 1795 is de naam tijdelijk veranderd in Revolutieplein en ten tijde van Napoleon in Napoleonplein.

Als marktplein had de Dam een waag, die in 1808 echter werd afgebroken op last van Lodewijk Napoleon, die toen zijn intrek nam in het Paleis op de Dam en zijn uitzicht belemmerd zag. Schepen konden aanmeren bij de Dam om goederen te laden en te lossen, totdat het huidige Damrak werd gedempt ten zuiden van de Oudebrugsteeg. Op het meest zuidelijke deel verrees in 1837 de Beurs van Zocher. Na de bouw van de Beurs van Berlage in 1903, werd de beurs van Zocher gesloopt. Hier staat sinds 1914 de Bijenkorf. In de tussenliggende periode was de Dam als plein dus feitelijk uitgebreid naar het Noorden en stond de Beurs van Berlage vol in het zicht.

Eén keer per jaar hebben we op de Dam een nationale dodenherdenking. Deze bestaat uit een plechtigheid, gevolgd door kransleggingen bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam door de koningin en vertegenwoordigers van de regering, de krijgsmacht, verzetsbeweging en allerlei organisaties en groeperingen in de maatschappij. Om acht uur ’s avonds worden twee minuten stilte gehouden ter nagedachtenis aan degenen die in en vanwege een oorlog zijn omgekomen. Op 4 mei 1994 werden voor de eerste keer de vlaggen die voorheen halfstok hingen gehesen tijdens het spelen van het Wilhelmus.

Het begijnhof

Nadat we even door de regen op de dam de Bijenkorf ingevlucht waren en daarna een korte wandeling door de drukke Kalverstraat hebben gemaakt.

Het Begijnhof in Amsterdam is het enige hofje gesticht in het middeleeuwse Amsterdam en dus gelegen binnen het Singel. Het hofje ligt bijna een meter lager dan de rest van de binnenstad, op het middeleeuwse straatniveau. In 1389 wordt voor de eerste keer gesproken van een hof. Oorspronkelijk was het Begijnhof geheel omsloten door water (de Nieuwezijds Voorburgwal, het Spui en de Begijnensloot) met als enige toegang een poortje bij de Begijnensteeg (met een brug over de Begijnensloot). De achtergevels stonden dus in het water. De ingang aan het Spui bestaat pas sinds de 19e eeuw.

Het Begijnhof is geen gewoon hofje omdat het geen oudedagsvoorziening gesticht door particulieren was. Het was meer een soort klooster, hoewel de begijnen meer vrijheid hadden dan nonnen in een klooster: de begijnen legden wel een gelofte van kuisheid af maar mochten op elk moment het hof verlaten om te trouwen. Bovendien staan er hoge, specifiek Amsterdamse stadshuizen, waaruit het min of meer particuliere karakter van het hof in het oog valt. Hier geen aaneengerijde woninkjes, zoals gebruikelijk en kenmerk van de meeste hofjes. Er staan 47 gewone stadshuizen met elk hun individueel aanzien, de meeste met gevels uit de 17e en 18e eeuw, maar de huizen zijn doorgaans ouder: 18 huizen hebben nog een gotisch houtskelet.

Beroemd is het gerestaureerde houten huis, Begijnhof 34. In Amsterdam bestaan nog slechts twee middeleeuwse houten huizen (het andere houten huis is Zeedijk 1). Dit huis is uit circa 1470 en is waarschijnlijk het oudste nog bestaande houten huis van Nederland.

Het hof heeft twee bleekvelden met de Begijnhofkapel ertussenin. Het oude, in 1907 gerestaureerde poortje aan de Begijnensloot, dateert uit 1574 en heeft een steen waarop Sint Ursula is afgebeeld, de patrones van de Amsterdamse begijnen. Het poortje aan de zijde van het Spui, van ongeveer 1725, maakte in de 19e eeuw plaats voor het poortgebouw dat er nu staat. Het Begijnhof bevat een groot aantal gevelstenen, waarvan de meesten een duidelijk rooms-katholiek karakter hebben.

Het Begijnhof was de enige katholieke instelling die na de Alteratie van 1578 bleef bestaan; overige katholieke kerken en instellingen werden met geweld gedwongen over te gaan naar het protestantse geloof. De Begijnhofhuizen waren namelijk particulier eigendom van de begijntjes zelf. Wel moest de katholieke kapel aan de Engelse presbyterianen (hervormprotestanten) worden afgestaan, onder dwang van de protestantse overheden. Sindsdien wordt dit kerkje de Engelse kerk genoemd. Tegenover de ingang van de kapel werden in 1671 door de architect Philips Vingboons twee woonhuizen omgebouwd tot rooms-katholieke schuilkerk: de H.H. Johannes en Ursula Kerk (de beschermheiligen van het Begijnhof). Nadat de Kapel ter Heilige Stede in 1908 is afgebroken werd deze kerk officieel de mirakelkerk.

Spui en een wandelingetje naar het Rembrandsplein

Nadat we de deur uitliepen van het Begijnhof liepen we over het spui en daarna over het Rokin door de buurt richting de Oudezijds voorburgwal over het terrein van de UvA. Daar moest onze kleine dame even een kort bezoekje wagen aan café de Jaren.

Daarna liepen we over de staalkade langs de Amstel.

Amstel

De Amstel (Naar Aeme-stelle, een oud-Nederlands woord voor “waterachtig gebied”) is een gekanaliseerde rivier in het zuiden van Noord-Holland. Het gebied langs de rivier wordt aangeduid als Amstelland.

dam in de 13e eeuw in de monding van de rivier (onder de huidige Dam) ontwikkelde zich in het noordelijk deel van Nieuwer-Amstel (aan beide zijden van het huidige Rokin en Damrak) het vissersdorpje “Amstelredam”, waarvan de oudste vermelding dateert van 27 oktober 1275 en dat kort na 1300 stadsrechten verwierf. Het gehucht groeide uit tot het stadje Amsterdam, dat door zijn ligging aan de Zuiderzee met verbinding over zee naar Duitsland en Scandinavië enerzijds en de zuidelijke rivierverbinding met Dordrecht en Antwerpen anderzijds, steeds belangrijker werd.

Oorspronkelijk mondde de rivier via het huidige Rokin en Damrak uit in het IJ, nu eindigt de Amstel in de binnenstad van Amsterdam bij het Muntplein. Het laatste stuk van de straat langs de Amstel in Amsterdam heet ook Amstel. Via duikers onder het gedempte deel van het Rokin en de Dam stroomt het water overigens nog altijd via het Damrak het IJ in, hoewel het meeste via de Amsterdamse grachten wordt omgeleid.

Dos Winkel

De tentoonstelling Planet Ocean van Dos Winkel is, na enkele maanden op de Boulevard van Scheveningen, verhuisd naar Amsterdam. De expositie is te bewonderen op het plein voor de Stopera en bestaat uit 100 levensgrote foto’s van vissen, kreeften, zeezoogdieren, koralen en andere organismen. De expositie is 7 dagen per week, 24 uur per dag geopend en gratis toegankelijk. ’s Avonds en ’s nachts zijn de panelen verlicht. De tentoonstelling wordt mede mogelijk gemaakt door onder meer het Wereld Natuur Fonds.

Rembrandtplein

In 1655 werd in de buurt van het einde van de Reguliersbreestraat de derde Regulierspoort gebouwd. Deze poort maakte deel van de stadsomwalling. Bij de uitleg van de stad en de bouw van de Utrechtse poort op het huidige Frederiksplein, werd de Regulierspoort overbodig. In 1668 werd hij omgebouwd tot Waag en werd eromheen een plein gemaakt, dat de naam Reguliersplein kreeg. Toen in 1669 de maandagmarkt voor zuivelproducten van de Dam overgebracht werd naar het plein, ging dit voortaan Botermarkt heten. Nadat in 1852 ter ere van de beroemde schilder Rembrandt een door Louis Royer gemaakt standbeeld op het plein was onthuld door koning Willem III, werd in 1876 de benaming Botermarkt gewijzigd in Rembrandtplein. De incorrecte naam Rembrandtsplein is zowel in geschreven als gesproken taal ook in omloop.

Tuschinski en muntplein

Na een een verplichte fotoshoot met Rembrandt van de dames liepen we verder langs Tuschinski naar muntplein.

Tuschinski (het Tuschinski Theater) is een bioscoop met zes zalen in de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Het theater werd in opdracht van Abraham Icek Tuschinski gebouwd en werd op 28 oktober 1921 geopend. Het gebouw is een ontwerp van de architect Hijman Louis de Jong. Het Tuschinski Theater werd gebouwd in enkele verschillende stijlen, waaronder Amsterdamse School, Jugendstil en Art Deco. De kosten voor de bouw bedroegen ongeveer vier miljoen gulden.

De foyer is ingericht met comfortabele fauteuils en banken. De verlichting is gedempt, met in de tijd variërende kleuren. Het nieuwe gedeelte heeft een foyer met sobere stoelen maar meer verlichting.

Veel mensen vinden de grote zaal een van de mooiste bioscoopzalen van Amsterdam. Over het algemeen draaien er de zogenaamde “kaskrakers”. Films die veel publiek trekken. In de kleinere zalen draaien ook de gewone “middle of the road”-films. Als er een film in première gaat in Nederland wordt vaak dit gebouw en deze zaal daarvoor gebruikt. De prijs van een kaartje is hier € 10, tegen € 9 in de andere zalen. Er zijn loges en loveseats, waarvoor speciale arrangementen met hogere prijzen bestaan.

Het Muntplein in Amsterdam is een plein waar de Munttorenstaat. Het plein vormt het kruispunt van het Singel met Kalverstraat, Rokin, Amstel, Reguliersbreestraat en Vijzelstraat.

Het plein bestaat in feite uit een brede brug over het Singel. Deze brug is sinds de 19e eeuw vele malen verbreed. Het is nu de breedste brug van Amsterdam en hij draagt het brugnummer 1.

De officiële naam Muntplein dateert van 1917. Van 1877 tot 1917 heette het plein Sophiaplein en tot 1877 Schapenplein. In het gewone taalgebruik noemt men het plein, de Munttoren en/of de combinatie van beide ‘De Munt’.

Drijvende bloemenmarkt

Op het muntplein doken we de enorme drukte van de bloemenmarkt in en kon Danny nog even wat tips opdoen voor zijn boompje die de blaadjes laat hangen. De Bloemenmarkt op het Singel is in alle seizoenen een van de meest kleurrijke en geurrijke beziens-waardigheden van Amsterdam. Het bijzondere is dat de koopwaar is uitgestald op drijvende schuiten. Dit is een overblijfsel uit de tijd dat alle bloemen en planten op deze markt nog dagelijks per schuit werden aangevoerd vanuit de tuingebieden rond de stad. Nog steeds worden de bloemen dagelijks aangevoerd, maar nu per bestelauto.

Sinds 1862 is deze drijvende bloemenmarkt op een van de oudste grachten van Amsterdam, uitgegroeid tot de bekendste bloemen-markt van Nederland. Alles wat groeit en bloeit is hier te vinden, van de oer-Hollandse tulpen en geraniums tot fijnzinnige kamercipressen en manobolen van de Paaseilanden. Natuurlijk vindt u hier ook vele typisch Amsterdamse souvenirs. In december biedt de markt op het Singel vanzelfsprekend ook een overweldigend aanbod aan kerstbomen in alle soorten en maten.

Het spui

Het werd steeds aanlokkelijker om weer te gaan zitten en het voorstel was café Luxembourg op het spui.

Het Spui is een plein in de binnenstad van Amsterdam. Het Spui is oorspronkelijk de naam van het water dat tot 1425 de zuidgrens van de stad Amsterdam vormde. Toen het Singel gegraven werd, kreeg het water een sluis, het Boerenverdriet. Het Spui werd in 1882 gedempt en veranderde in het plein dat we nu kennen. Het plein werd in 1996 heringericht en is nu vrijwel autovrij.

Het Spui is een waar mekka voor boekengekken en bibliofielen, met een wekelijkse boekenmarkt op vrijdag en een keur aan boekhandels, waaronder de bekende academische Athenaeum Boekhandel, een kinderboekenwinkel en twee winkels voor Engelstalige boeken (waaronder American Book Center, dat in oktober 2006 naar het Spui verhuisde). Elke zaterdag wordt er een kunstmarkt gehouden.

Op het Spui staat het standbeeld Het Lieverdje. Via het Spui kan men het Begijnhof betreden. Aan het Spui, tegenover het Begijnhof, staat het Maagdenhuis uit 1784, de Oude Lutherse Kerk uit 1630 en op de hoek met het Rokin het gebouw van kunstenaars-sociëteit Arti et Amicitiae uit 1855/1856. Ook zeer bezienswaardig is het Gebouw Helios op Spui 15-19, gebouwd in Art Nouveau-stijl. Het ontwerp van Gerrit van Arkel werd in 1900 bekroond met een bronzen medaille in de architectuurcompetitie van de Wereldtentoonstelling in Parijs.