We hebben een stolpboerderij gekocht, de oude boerderij van de familie Put in Oudkarspel. Deze boerderij is in 1978 gekocht door de familie Snijders en grondig opgeknapt tot een ruime leefboerderij. Nadat zij er 39 jaar in gewoond hebben hebben ze het weer verkocht.
Toen ik er voor het eerst binnen stapte was ik meteen onder de indruk. Zelf ben ik opgegroeid in een stolpboerderij en ken mensen die in een stolpboerderij hebben gewoond en zo heb ik er op één of andere manier een band mee. Nooit had ik verwacht dat mijn generatie een boerderij kan kopen. En nu is het toch gelukt.
Zo nieuwsgierig als ik ben ga ik me dan wat meer verdiepen in de stolpboerderijen. Ik had al eens een verzameling plaatjes gepost, maar nu dook ik wat meer in het ontstaan.
Ze noemen de stolpboerderijen de piramides van de polder. Hun bijzondere vorm is erg stormvast en tekenen mooi af tegen de horizon. Noord-Holland heeft nog ongeveer 5.500 stolpen en het worden er steeds een beetje minder.
het begon met een Friese langhuis
Vroeger hield men vee en had met hooi en stro nodig voor voer voor de dieren en voor de warmte. Je kan je voorstellen dat er bergen naast de huizen verschenen. Wat voor huizen het toen waren weet ik niet precies. Op een gegeven moment ontwikkelde zich een langhuis. Eigenlijk een lang huis met een hooiberg, stallen en een woonhuis, allemaal in één gebouw.
Van wikipedia;
De Friese letterkundige Joost Hiddes Halbertsma besteedde in zijn Lexicon Frisicum (A en B) (omstreeks 1850) aandacht aan ‘het oud-Friesche huis en tekende zijn drie afdeelingen, elk onder een afzonderlijk en lager dak’, namelijk (1) woonhuis (binhús), (2) middenhuis (milhús) en (3) veestalling (bûthús).
De veestalling is de grupstal, dit is een groepstal voor rundvee, koeien uiteraard. Hier staan de koeien naast elkaar vastgebonden met een grup achter de koeien om de uitwerpsels op te vangen.
In het langhuis werd gebruik gemaakt van houten staanders waar balken op rustten. Deze staanders werden later op stenen kolommen gezet. Twee van deze staanders en je hebt vierkant en dit werd ook de basis voor de latere stolpboerderijen.
In de loop van de jaren werden de langhuizen steeds korter en werden woonhuis, hooistapel en grupstal bij elkaar gezet. Zo ontstond de stolpboerderij waar alles onder één dak te vinden is.
de stolpboerderij
Bij de oudste stolpboerderij de bouwdatum, na onderzoek van het vierkant, vastgesteld op 1560, helaas gaat dit om een gesloopte boerderij in Drechterland. Een stolp van halverwege de 16e eeuw was bij de ontdekking een verrassing want de aanname was tot dusver dat in het begin van de 17e eeuw de eerste stolpen verschenen.
Het was een heel functioneel ontwerp en gebouw. In het midden zat het hooi, aan de ene kant het vee en aan de andere kant de bewoners. Door alles onder één dak te hebben ging men ook wat effectiever om met de warmte. ’s Zomers als de koeien in de wei stonden had de boerenfamilie wat meer ruimte om te leven en betrokken de stal bij de woning.
Alle stolpboerderijen zijn in principe gestart als agrarische gebouwen. Dus zelfs als iets al decennia-lang een woonboerderij is, ooit zijn ze begonnen met een agrarische bestemming. In sommige huizen zie je de stal nog terug door een hoge opstap in een toilet of een verhoging voor bureaus.
De opzet van de boerderij was vrij eenvoudig. Er was vaak niet echt een bovenverdieping en bovenop de woonvertrekken of de stal werd eventueel ook hooi gestapeld of als opslag gebruikt. Er waren drie gebruikelijke inrichtingen, Hollandse, Westfriese en gekeerde Westfriese type.
(Noord-)Hollandse type
Hier zitten de dors deuren aan de achterkant. Het vee stond vaak in het land, achter de boerderij, dus het was logisch daar de deuren te plaatsen. De familie woonde achter voorgevel van het huis.
Westfriese type
Hier zitten de dars deuren aan de voorkant. Het vee stond vaak elders en moest over de weg er naar toe geleid worden. Daarom was het logisch de deuren aan een weg of pad te plaatsen. De familie woonde dan aan de andere kant, aan de zijkant.
Gekeerde Westfriese type
Hier zitten de dors deuren aan de zijkant om dezelfde reden als het Westfriese type. De deuren zaten aan de weg. De familie woonde dan voorin of achterin.
het vee
Lange en korte regel
De stallen in alle types zaten vaak aan de rechterkant, als je voor op de gevel keek. Achterin de boerderij is dan meestal een kleinere stal voor kleinvee of jonge runderen. De stal, grupstal, langs de hele muur noemde men dan de lange regel. Een eventuele kortere grupstal achterin heette dan de korte regel.
De koeien stonden twee aan twee tussen houten schotten in de stal.
Grup
In deze stal zat een grup, een goot waarin de koeien hun uitwerpselen lieten vallen. Gebruikelijk is dat koeien met de kop naar binnen staat, maar in de stolp stonden ze met de kop naar de muur. Zo kon de boer makkelijk de boel schoonhouden kon makkelijker met de ruimte omgesprongen worden. Tijdens de zomerstal werd de grup afgedekt met een houten plaat.
Voorjaarsschoonmaak & zomerstal
Deze grup en regel werd in het voorjaar goed schoongemaakt als de koeien op het land bleven. Nadat alle mest was opgeruimd, alles goed gesopt en opnieuw in de verf gezet werd dit vergrootte de leefruimte van de boerenfamilie behoorlijk. Vaak werd alles wat de familie bezat uitgestald in de ‘zomerstal’.
De stallen in beeld;
de dors/dars en de hooistapel
De dars, dors
De twee dars- of dorsdeuren leiden naar een dors of zoals de Westfriezen zeggen; ‘dars’. Dorsen is de graankorrel uit het graan halen. Ondanks dat de ruimte achter de deuren de dors heet, zal er weinig gedorst zijn in de stolpen. In plaats daarvan was er ruimte voor gereedschap en de wagen die het hooi kwam brengen.
de hooiberg
Hier werden de hooiwagens naar binnen gereden zodat ze uitgeladen kunnen worden op de hooiberg midden in de boerderij. Als je hoge wagens naar binnen wilde rijden kon je de gevel door trekken naar boven ten koste van het dak. Vanaf de wagen werd met hooivorken de hooi op de berg gegooid.
Het voordeel van hooi in de boerderij is dat het een isolerende werking heeft. Een nadeel is dat als je het hooi niet goed laat drogen dat er hooi broei kan ontstaan. Op het moment dat de berg in de brand staat dan is er al geen houden meer aan en met het rieten dak moet je rennen voor je leven.
het vierkant
Ik was op een lezing van de Vrienden van de Stolp en daar werd gevraagd; “Wat maakt een stolp een stolp?” Het antwoord was duidelijk; het houten vierkant. En eigenlijk is het vaker een rechthoek dan een vierkant. Het geheel moet van hout zijn en het dak moet rusten op dit vierkant.
Het hoeven niet persé vier palen te zijn. Als je een kleine boerderij hebt dan is het een strak vierkant, als je wat meer ruimte hebt kan je het vierkant dat op de palen rust iets laten uitsteken en als je echt een grote boerderij wilt hebben kan je zes palen neerzetten. Zo heb je een dubbel vierkant.
Zie hieronder op de tweede foto het uitsteken buiten het vierkant en de derde foto heeft een dubbel vierkant.
Best wel gaaf om wat meer te weten te komen over de boerderij waar ik nu in woon. Ik ben er in opgegroeid en het is gaaf dat ik er weer in eentje kan wonen.
Het is oorspronkelijk een agrarisch gebouw en deze later zijn omgebouwd voor bewoning. Hierdoor is elke stolp boerderij uniek. Dankzij het vierkant zijn er eigenlijk geen dragende muren en is iedereen vrij om het in te richten naar wens en smaak.
Regelmatig kijk ik op funda naar de inrichting van de boerderijen. Aanrader als je inspiratie zoekt voor de inrichting van stolpen. In deze zoekopdracht staan er een aantal tussen.