Herman van Veen liedjes

Herman van Veen is toch wel een groot artiest, niet alleen maakt hij al tientallen jaren muziek, maar ook is hij betrokken bij een heleboel andere zaken. Zo af en toe pak ik er weer één van cd’s, nou ja cd’s uhm albums, erbij en luister ik er weer naar een reeks.

Behalve dat de liedjes fijn bekend in de oren klinken hebben ze soms ook leuke en interessante tekst. Hieronder moet ik natuurlijk weer wat voorbeelden met jullie delen.

Rond als de wijnvlek van eergister
Op het vuile tafelblad
Spelen gouden druppels zonlicht
Op het koude tegelpad
En de rimpels in de vijver
En het vangnet van een spin
Zijn allemaal maar cirkels
Zonder einde of begin
En de tijd verslijt de dagen
Met de wijzers van de klok
Die de uren traag vermalen
Heel geruisloos, zonder schok

Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn

’s Avonds als je door je wimpers
Soms de zon ziet ondergaan
In een feest van gele vonken
Die in bloei lijken te staan
En de sterren op je netvlies
Trekken strepen in de lucht
Maar zodra de nacht weer nadert
Slaan je dromen op de vlucht
Door een klok met kromme wijzers
Die de tijd in stukken maalt
Ligt de zomer weer aan flarden
Want de klok heeft niet gefaald

Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn

Tel de gladde kiezelstenen
Waarmee jij je zakken vult
Maar de mooiste ging verloren
Door je eigen stomme schuld
Toen je met haar langs het strand liep
Was elke schelp een juweel
Maar nu zie je niets dan keien
Groot en grijs en veel te veel
Hoor gefluister in het ruisen
Van de rusteloze zee
Als je haar dan niet kon missen
Waarom ging je dan niet mee
Bij het afscheid van de zomer
Zag je eindelijk gevaar
Toen elk blad een kleur kreeg
Van haar honinggele haar

De rimpels in de vijver
De webben van een spin
Zomaar cirkels in de ruimte
Zonder einde of begin
In een eindeloos refrein

Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn

Cirkels

En nog een andere kritische noot

Er lopen kletsnatte clowns in een optocht
Maar de mensen langs de kant
Dragen veel betere maskers
Tegen weer een wind bestand
Ja zelfs de vrouw van de bakker
Verbergt haar blauwe plekken
Het leed gaat keurig aangekleed over straat
En in de tram
En ondertussen valt de regen
En kinderen soppen hun kaplaarzen lekker in iedere plas
En moeders die klagen en vegen hun kinderen schoon aan het gras

Men collecteert voor de oorlogsbestrijding
De straten zijn versierd
Heren weten dat geld gaat rollen
Zodra men de teugels viert
In het park staat een standbeeld
Van een dief uit zestienhonderd
Het loon van stelen in het groot
Iedereen kijkt opeens omhoog
Honden vluchten, de lucht betrekt en lijkt van lood
Moeders proberen te schuilen
De hemel huilt van geluk
Dat lucht op, het weerlicht
God maakt een foto van een stad onder druk

Dertig manieren om borsten te verpakken
Rubber en sex in blik
Winkels vol roze suikerbeesten
Mensen maken zich dik
Uit de muur haalt een man
Een bal met gele kledder
En stopt ‘m haastig in zijn mond
Spreeuwen controleren wat-ie weggooit
het eten ligt hier op de grond
De straten glimmen als zilveren spiegels
De stad is een kuil
Waar auto’s verdrinken in stinkende plassen vol olie en vuil

Er lopen kletsnatte clowns in een optocht
Maar de mensen langs de kant
Dragen veel betere maskers
Tegen weer een wind bestand
Ja zelfs de vrouw van de bakker
Verbergt haar blauwe plekken
Het leed gaat keurig aangekleed over straat
En in de tram
En ondertussen valt de regen
En kinderen soppen hun kaplaarzen lekker in iedere plas
En moeders die klagen en vegen hun kinderen schoon aan het gras

Kletsnatte clows

En deze; als je het beeld van tv nu vervangt voor computer

Op een avond om een uur of half elf,liep ik wat te wandelen met mezelf
en de mensen van een nette nieuwe wijk
zag ik zitten huis en huis
aan huis aan huis te kijk.
Uitgeteld en uitgezakt en uitgepraat
en ik dacht: als nu de wereld eens vergaat
is er niemand die het in de gaten heeft
want ze zitten aan de beeldbuis vastgekleefd.

De televisie staat nog aan
maar de wereld is vergaan.
Nu is het hier een poppenkraam
met dooien achter het raam.

Op een avond komt ons hele volkje om
niet door kwik of door vergif of door de bom,
maar door een slaapdrank die een vreemde mogendheid
over de beeldbuis en het avondblad verspreidt.
Er is een drank vol pessimisme in de maak
opportunisme daaraan toegvoegd naar smaak
en wat cynisme, ja, een korreltje of drie
en wat racisme na een borreltje of drie.

En als de wereld is vergaan
dan blijft de televisie aan
dan is het hier een poppenkraam
met dooien achter het raam.

Iedere woning is opeens een glazen kist
waar men het leven en de liefde niet meer mist
waar men geen plaat beluistert en geen boek meer leest
waar slechts gemompeld wordt: ik ben al geweest.
Daar is geen mens meer die nog ooit de straat opging
daar is geen vreugde meer en geen bewondering
daar is geen hartstocht meer en zelfs niet eens meer angst
daar hangt het spreekwoord: dood zijn duurt het langst.

En als de wereld is vergaan
dan blijft de televisie aan
dan is het hier een poppenkraam
met dooien achter het raam

Zingende doden

Maar goed, erg depri allemaal, dus laten we met een vrolijke noot eindigen.

Ik ben vandaag zo vrolijk
zo vrolijk zo vrolijk
Ik ben behoorlijk vrolijk
zo vrolijk was ik nooit

Ik was wel vaker vrolijk
heel vrolijk, heel vrolijk
maar zo behoorlijk vrolijk
was ik tot nog toe nooit

Soms ben ik ongelukkig
ontzettend ongelukkig
Soms ben ik ongelukkig
dan sterf ik van verdriet

Soms ben ik wat neurotisch
phsychotisch en chaotisch
labiel en neogotisch
maar vandaag dus niet

Vandaag ben ik zo vrolijk
zo vrolijk zo vrolijk
Ik ben behoorlijk vrolijk
Zo vrolijk was ik nooit

Soms ben ik ongelukkig
ontzettend ongelukkig
Soms ben ik ongelukkig
Dan sterf ik van verdriet

Soms ben ik wat neurotisch
phsychotisch en chaotisch
labiel en parasotisch
maar vandaag dus niet

Ik ben vandaag dus vrolijk
zo vrolijk zo vrolijk
Ik ben behoorlijk vrolijk
zo vrolijk was ik nooit

Zo vrolijk